Meest gestelde vragen
Wanneer heb ik recht op een schadevergoeding?
Juridisch gezien heb je altijd recht op een schadevergoeding,
als je slachtoffer bent van een verkeersongeval, bedrijfsongeval,
medische fout of een geweldsmisdrijf. Als je kunt aantonen
dat iemand anders verantwoordelijk is, kun je hem of haar
aansprakelijk stellen.
Is het makkelijk om een schadevergoeding te krijgen?
In de praktijk is het verkrijgen van een schadevergoeding goed
mogelijk op het moment dat de veroorzaker verzekerd is voor het ongeval
en zijn of haar schuld erkent. De schade expert stelt dan de verzekeraar
aansprakelijk en deze gaat over tot uitkering als er geen discussie
is over de toedracht.
Wat als iemand niet verzekerd is, kun je de schade dan niet verhalen?
In bepaalde gevallen wordt er uitgekeerd door de overheid. Maar bij
een verkeersongeval bestaat er bijvoorbeeld het Waarborgfonds Motorverkeer
die de schade uitkeert als de dader niet verzekerd is. Dit kan zelfs bij
ongevallen waarbij de dader onbekend is omdat hij of zij bijvoorbeeld is
doorgereden. Bij een geweldsmisdrijf wordt dit geregeld door het Schade
Geweldsmisdrijven. In andere gevallen moet je eerst bekijken of de dader
überhaupt zou kunnen betalen. Anders krijg je wel gelijk, maar geen vergoeding.
Wat kost het mij om door een letselschadebureau geholpen te worden?
De kosten van juridische hulp bij letselschade kunnen als schade op de
veroorzaker van het ongeval verhaald worden. U betaalt zelf geen juridische
kosten. Dat is wettelijk zo geregeld. Dus als je recht hebt op een schadevergoeding
wordt je ook echt schadeloos gesteld.
Tot hoeveel jaar terug kan ik om een schadevergoeding vragen?
U kunt in principe maar tot 5 jaar na het ontstaan van het letsel om een schadevergoeding vragen. Er zijn echter ook andere termijnen waar men mee te maken kan krijgen, zoals bijvoorbeeld:
- de éénjaarstermijn voor het indienen van een claim bij het fonds voor gewelds- misdrijven;
- de driejaarstermijn voor productaansprakelijkheden;
- afwijkende verjaringstermijnen/vervaltermijnen in het (lucht-)vervoersrecht;
- de driejaarstermijn jegens verzekeraars in verkeerszaken;
- de driejaarstermijn voor het indienen van een claim bij het waarborgfonds voor het motorverkeer;
- procedurele termijnen.
In principe kan iedereen bij ons terecht voor een gedegen juridisch advies, maar
in praktijk blijkt dat voornamelijk minder bedeelden en allochtone Nederlanders
behoefte hebben aan een laagdrempelige rechtshulp. Mensen die tot een minderheid horen
hebben vaak dat extra steuntje in de rug nodig en die kunnen wij bieden.
Heb ik een rechtsbijstandsverzekering nodig?
Nee, eigenlijk niet! Voor een rechtsbijstandverzekeraar is uw letselschadedossier immers slechts een kostenpost. Hoe minder men daaraan hoeft te doen, hoe beter men het vindt. Bij het vaststellen van de aansprakelijkheid adviseren wij altijd zoveel mogelijk gebruik te maken van uw (gratis) rechtsbijstandverzekering. Indien de aansprakelijkheid is erkend, adviseren wij u over te stappen naar een gespecialiseerd letselschadebureau, zoals dat van srletselschade.nl.
Vaak is een letselschadezaak een langdurig traject, zeker bij blijvend letsel. U moet soms echt jaren wachten voordat u krijgt waar u recht op heeft. U hebt recht op een gespecialiseerde belangenbehartiger die over deskundigheid en doorzettingsvermogen beschikt. Deze eigenschappen bezitten de specialisten van Srletselschade.
- Werkt u samen met verzekeraars?
Nee, Srletseladvies werkt alleen voor slachtoffers. Dit is verplicht omdat wij in het bezit zijn van het Keurmerk Letselschade. De Stichting Keurmerk Letselschade is een onafhankelijke stichting. Zij verleent een kwaliteitskeurmerk aan rechtshulpverleners die actief zijn in letselschadezaken. De aangesloten advocaten en experts zijn tevens lid van een onafhankelijke beroepsvereniging. Advocaten zijn aangesloten bij de LSA en letselschade-experts bij het Nivre. Beide rechtshulpverleners worden om het keurmerk te behouden, regelmatig getoetst op het gebied van deskundigheid, onafhankelijkheid, transparantie en communicatie. Het is ons niet toegestaan een letselschadeclaim op verzoek van een verzekeraar in behandeling te nemen en dat doen we dus ook niet. Bij ons is uw letselschadeclaim in goede handen. Wij zijn volledig onafhankelijk en hebben geen banden met verzekeraars of andere instanties.
Welk bedrag kan ik vergoed krijgen?Het bedrag dat u ontvangt zal afhangen van de ernst van uw aandoening,. Bijvoorbeeld, een amputatie zoals het verlies van een arm onder de elle boog leidt tot een bedrag tussen € 50.000 en € 72.000, terwijl een breuk van de onderarm, met blijvende problemen met bijv. bolgreep, pengreep en knijpkracht van de hand. Geschat wordt op € 3.200. Als u graag een schatting van uw opgelopen letsel wilt, neem dan contact met ons op via info@letseladvies.nl of 0800-0815.
Hoelang duurt mijn schadeclaim? De lengte van een claim is weer op grote schaal afhankelijk van de situatie en de schade. Claims voor minder ernstige verwondingen kan meestal worden opgelost binnen een paar maanden, terwijl een meer ernstig letsel zou kunnen oplopen tot een paar jaar. Hoe ziet een letselschade procedure eruit?DE VERSCHILLENDE FASEN IN DE BEHANDELING:
- De beginfase
- De onderzoeksfase
- De afwikkelingsfase
In de beginfase wordt de zaak op de rails gezet. Soms worden ook alvast een of meer standpunten ingenomen. In de onderzoeksfase worden de standpunten nadien onderzocht en onderbouwd. In de afwikkelingsfase tenslotte, worden de resultaten besproken met het doel om tot overeenstemming te komen over de omvang van de schade. Vervolgens dient aan de orde te komen op welke wijze de schade wordt afgewikkeld.
1. DE BEGINFASE
De volgende activiteiten zouden tot de beginfase kunnen worden gerekend:
- het ongeval/letsel;
- de melding namens het slachtoffer bij de dader/verzekeraar
De beginfase zou men kunnen omschrijven als de fase waarin partijen nagaan met wie zij te maken hebben, waarom en ter zake waarvan. Anders gezegd: er wordt nagegaan of er een zaak is en, zo ja, met wie.
Het intakegesprek en de schadevergoeding
Vaak is het goed om in de eerste bespreking al uitvoerig in te gaan op alle mogelijke schadeposten. Als de aansprakelijkheid nog niet is erkend, dan is het uit een oogpunt van tijds- en kostenbesparing te overwegen om de activiteiten te beperken tot het erkend krijgen van de aansprakelijkheid. Wel is het dan raadzaam om het slachtoffer te vragen om voor de toekomst de bewijsstukken te blijven bewaren en aantekeningen bij te houden van bijvoorbeeld medische controles, reiskosten, behandelingen en overige bijzondere omstandigheden. Het helpt daarbij om aan te geven dat de schade bestaat uit:
- elke gulden/euro die na het ongeval is uitgegeven en die zonder ongeval zou zijn bespaard;
- elke gulden/euro die men ten gevolge van het ongeval heeft gederfd;
- een bedrag aan smartengeld.
De eerste brief aan het slachtoffer
Het kan handig zijn om reeds bij de eerste brief een medische machtiging mee te sturen, met behulp waarvan in een later stadium de medische informatie kan worden opgevraagd.
De slachtoffers dienen na ontvangst van de brief de gevraagde stukken toe te sturen aan de belangenbehartiger, een agenda en mogelijk een dagboek bij te houden, bonnen te blijven bewaren, bezoek te noteren en kilometers op te schrijven. Tenslotte kan het raadzaam zijn om in het beginstadium slachtoffers foto’s van het letsel te laten nemen en dat in latere stadia van het genezingsproces een of meerder keren te herhalen.
De eerste brief aan de dader/verzekeraar
In de eerste brief aan de dader/verzekeraar dient een aantal onderwerpen te worden behandeld:
- de melding namens het slachtoffer;
- een korte toelichting op wat er is gebeurd;
- een toelichting van het letsel;
- de grondslag voor de aansprakelijkheid, of de bevestiging dat de aansprakelijkheid reeds is erkend;
- de aanspraak op de wettelijke rente, op grond van art. 6:119 juncto 6:83 BW vaak per datum ongeval;
- bij personen of bedrijven vragen om de brief door te sturen naar de verzekeringsmaatschappij, waarbij ook dient te worden gevraagd naar de maatschappij, alsook naar het polis nummer, zodat later rechtstreeks contact kan worden opgenomen met de betrokken maatschappij;
- het verzoek om een voorschot, eventueel met toezending van het voorblad van de schadestaat.
Hier houdt de beginfase op. Betrokkenen zijn geïnformeerd en zij weten nu wat ze moeten doen. De zaak staat op de rails. Nu kan men beginnen aan de uitwerking. Ook kunnen een of meer nadere onderzoeken door derden in gang worden gezet.
2. DE ONDERZOEKSFASE
Tot nu toe is het pad in elke zaak nagenoeg gelijk. De volgende stappen zijn echter per zaak anders en zijn afhankelijk van onder andere de aard van de aansprakelijkheid en de aard van het letsel.
Als de aansprakelijkheid in het geding is, dan is het zaak om zoveel mogelijk rapporten en getuigenverklaringen te verzamelen, zoals bijvoorbeeld het proces-verbaal en het rapport van de arbeidsinspectie.
De eerste bespreking met de verzekeraar
Het is raadzaam en praktisch om het verdere traject zoveel mogelijk in overleg met de verzekeraar af te leggen. Verdedigbaar is zelfs dat daartoe ook een plicht bestaat.
Na een eerste uitwerking van de schadestaat kan de verzekeraar worden uitgenodigd voor een bespreking. Tijdens deze eerste bespreking zou bijvoorbeeld het volgende aan de orde kunnen komen:
- het afrekenen van de reeds verschenen schade aan de hand van de stukken die van het slachtoffer zijn ontvangen;
- het maken van begrotingsafspraken met betrekking tot doorlopende schadeposten;
- voor posten waarvoor nadere (medische) informatie nodig is, of nader (medisch of arbeidsdeskundig) onderzoek, kan worden besproken wie de informatie opvraagt en wie van de partijen het onderzoek zal aanvragen;
- tenslotte kunnen afspraken worden gemaakt over (verdere) voorschotten en de eigen kosten (tussentijdse declaratie en voor welk tarief).
Het herstelproces bijhouden
Juist omdat letselschadezaken lang kunnen duren en er zich medische complicaties voor kunnen doen, is het van belang om het herstelproces goed bij te houden en te volgen. De belangenbehartiger kan het slachtoffer vragen om goede aantekeningen te maken van controles en dergelijke. Deze dienen dan in een later stadium met de belangenbehartiger te worden besproken. Genoemde activiteit kan ook worden uitbesteed aan een medisch adviseur.
De huisartsencontrole
Het komt vaak voor dat de verzekeraar vraagt om periodieke controles op huisartsen niveau. Dergelijke controles nemen soms niet meer dan vijf minuten in beslag. Het is meestal haastwerk. De rapportages zijn summier en bevatten vaak fouten. Achteraf kunnen dan moeizame discussies ontstaan over de correctie daarvan. Ook volgt vaak het verweer dat er helemaal geen klachten zijn, omdat de huisarts die niet heeft vermeld. Dat is op zich niet vreemd bij een consult van slechts vijf minuten. Bovendien kan het zijn dat het slachtoffer zich die klachten pas later bewust werd. Dat kan met name voorkomen als er sprake is van meervoudig letsel. Het ene letsel leidt dan de aandacht van het andere letsel af.
Belangenbehartigers dienen zich in elke afzonderlijke zaak te beraden over het nut van een controle op huisartsen niveau. Er zijn uiteraard ook situaties denkbaar waarin een dergelijke controle wel degelijk nuttig kan zijn. Bijvoorbeeld als er in het geheel nog geen medische informatie beschikbaar is. Als een controle op huisartsen niveau wordt verricht, dan is het aan te bevelen om dat op basis van een specifieke vragenlijst te laten doen.
Een gezamenlijke bespreking
Sommige schaderegelaars verzoeken het slachtoffer te mogen spreken, eventueel met de belangenbehartiger erbij. Ook hier dient de belangenbehartiger zich in elke zaak te beraden of hij daarmee instemt. De ervaring leert namelijk dat achteraf discussies kunnen ontstaan over wat het slachtoffer wel of niet heeft gezegd. Enige terughoudendheid op dit punt lijkt gewenst. Als een schaderegelaar nadere vragen heeft, kunnen die ook via de belangenbehartiger worden gesteld.
Open fase
De onderzoeksfase is een open fase. Wees open en informatief naar de verzekeraar en verlang dat ook van hem. De grens van de openheid ligt bij het beroepsgeheim. Aan de andere kant kan de claim eisen dat een stukje privacy wordt ingeleverd. Vooral medisch gezien moet vaak iets worden prijsgegeven. Dit is natuurlijk nog sterker bij medische aansprakelijkheden.
Het hangt van de omstandigheden van het concrete geval af wat er verder in de onderzoeksfase kan gebeuren c.q. nog nodig is.
Diverse onderzoeken laten zich denken. Zo zal in bijna elke zaak een medisch onderzoek nodig zijn. Het gaat immers om lichamelijk letsel. Als er zich complicaties voordoen met betrekking tot het werk, dan kan een arbeidsdeskundig onderzoek nuttig zijn. Zijn de jaarcijfers onduidelijk dan kan ook een accountantsonderzoek verhelderend werken, terwijl voor het berekenen van toekomstige schade het (laten) maken van een Audalet berekening wenselijk kan zijn.
Een medisch adviseur inschakelen
Verzekeraars maken in nagenoeg elke zaak gebruik van een medisch adviseur. Een belangenbehartiger doet er daarom verstandig aan om ook een medisch adviseur in te schakelen. De belangen van het slachtoffer zullen er vaak beter door worden gediend. Zeker in de ernstigere zaken. Zonder medische assistentie is er in feite geen sprake van gelijkwaardige deskundigheid. En dat moet worden voorkomen.
Het belang van medisch advies
Het inschakelen van een medisch adviseur is om verschillende redenen raadzaam. Zo is het van belang dat beide partijen zich buigen over de medische kant van de zaak. Wat is er precies aan de hand en hoe lang gaat dat eventueel nog duren. Ook een prognose is relevant. Zullen de klachten erger worden? Zijn er lichamelijke beperkingen? Zijn de klachten eigenlijk wel een gevolg van het ongeval? Zouden die klachten wellicht ook zonder ongeval – op enig moment – zijn ontstaan? Allemaal vragen, waarop partijen graag een antwoord zouden willen hebben. Zonder die antwoorden kunnen de gevolgen van een ongeval moeilijk worden geïnventariseerd. Dan kan het zijn dat de plank volledig wordt misgeslagen.
Verder kan de medisch adviseur van dienst zijn bij het opvragen van de medische informatie. Hij krijgt namelijk vaak meer relevante informatie dan de belangenbehartiger of anderen. Zo vraagt een medisch adviseur doorgaans ook om röntgenfoto’s, welke hij ook kan beoordelen. Hij zorgt dat er een uitgebreide omschrijving komt van het ziektebeeld (de anamnese) en bouwt de verdere documentatie op. Met name is dat van belang voor een eventuele medische voorgeschiedenis van het slachtoffer. In dat verband dient te worden bepaald wat er met die voorgeschiedenis kan en moet worden gedaan. Men moet die geschiedenis in ieder geval wel kennen. De voorlopige conclusies van de medisch adviseur worden naar de belangenbehartiger gestuurd, waarna regelmatig contact plaatsvindt.
Verder kan een medisch adviseur diensten bewijzen bij het lezen van de operatieverslagen of de ontslagbrief. De operatieverslagen en ontslagbrieven worden vaak in een keer aan het eind van de week door de betreffende arts/specialist op basis van herinneringen opgesteld. Er is niet veel voorstellingsvermogen voor nodig om te bedenken dat er dan wel eens sprake kan zijn van onjuistheden of onvolkomenheden.
Ook kan een medisch adviseur van dienst zijn bij het contact richting de verzekeraar. De wereld van medisch adviseurs is klein. Zij kennen elkaar en hebben regelmatig contact. Het komt voor dat medische expertises niet nodig zijn, omdat beide adviseurs het in onderling overleg eens zijn geworden. Zijn er toch expertises nodig, dan kan de medisch adviseur in overleg met de verzekeraar daartoe voorstellen doen. Zowel met betrekking tot de persoon als met betrekking tot de discipline. Ook kan hij behulpzaam zijn bij het formuleren of beoordelen van de vraagstelling.
Als een medisch adviseur wordt ingeschakeld dient deze zo volledig mogelijk te worden geïnformeerd. Hij moet weten wat er is gebeurd en wat de klachten zijn. Een grof overzicht van de gevolgde behandelingen en door wie die zijn verricht, is daarbij wenselijk, evenals de naam van de huisarts van het slachtoffer. Zijn er foto’s van het letsel en van de overige beschadigingen, waaronder bijvoorbeeld een foto van de beschadigde auto, dan dient de medisch adviseur deze te ontvangen. Hetzelfde geldt voor een ongevalsrapport of een proces-verbaal.
In een medische aansprakelijkheidskwestie is de inschakeling van een medisch adviseur zelfs zeer gewenst, zo niet noodzakelijk. De medisch adviseur kan immers veel beter adviseren over de haalbaarheid van een dergelijke zaak, dan een belangenbehartiger dat zou kunnen. Het gaat immers om de vraag of het handelen of nalaten van een arts verwijtbaar is geweest. Dat is meestal niet de discipline van een belangenbehartiger.
Een medisch adviseur kan met betrekking tot medische aansprakelijkheden een eerste oordeel geven over de vraag of er sprake is van een verwijtbaar handelen c.q. nalaten. Eventueel kan hij ook in overleg met de medisch adviseur van de verzekeraar een expertise regelen. Het is mogelijk dat op die wijze een procedure kan worden voorkomen, met kostenbesparing als gevolg. De kosten van een medisch adviseur kunnen in een voorkomend geval niet onder de voorwaardelijke toevoeging worden meegenomen. Als er uiteindelijk geen sprake is van een zogenaamde kunstfout, dan komen de kosten voor rekening van het slachtoffer.
De medische machtiging
Informatie met betrekking tot het letsel van een slachtoffer en de behandeling daarvan is privacygevoelig. Dergelijke medische informatie kan dan ook alleen worden verkregen met behulp van een schriftelijk machtiging van het slachtoffer. Dit geldt zowel voor de eigen medisch adviseur als voor de medisch adviseur van de verzekeraar.
De medische expertise
Voor de vraag of er sprake is van een medisch eindstadium, is vaak een medische expertise nodig. De medisch expert kan dan ook bepalen of, en zo ja in welke mate, sprake is van een percentage blijvende invaliditeit.
Zoals reeds is opgemerkt komt het voor dat de medisch adviseurs het in onderling overleg eens worden over het medisch eindstadium, het percentage blijvende invaliditeit en de overige medische aspecten. Dan is een medische expertise niet nodig.
Als wel een medische expertise nodig is, gebeurt dat op basis van een vraagstelling. Een ingeschakelde medisch adviseur zal vaak ook die vraagstelling verzorgen. In sommige eenvoudiger zaken zou de belangenbehartiger dat ook zelf kunnen, aan de hand van eerdere vraagstellingen of aan de hand van voorbeeld-vragenlijsten.
De vraagstelling moet zodanig zijn dat duidelijk wordt wat de klachten zijn van het slachtoffer en welke daarvan als gevolg van het ongeval moeten worden beschouwd. De beschikbare medische informatie dient ook te worden meegestuurd. Vermelding van de ziektegeschiedenis van het slachtoffer kan van belang zijn in verband met de ongevalsgevolgen. Een belangrijke vraag is dan of de klachten ook zonder ongeval zouden zijn ontstaan. en als dat zo is, wanneer dat dan zou zijn. Dat zal vaak een welhaast onmogelijk te beantwoorden vraag zijn.
Andere belangrijke aspecten zijn het medisch eindstadium en een eventueel percentage blijvende invaliditeit. In dat verband is het goed te realiseren dat het percentage blijvende invaliditeit uit drie onderdelen kan bestaan, te weten:
- functieverlies;
- (de kans op) artrose;
- psycho-neurologische uitval.
Soms is ten tijde van het entameren van een medische expertise al duidelijk dat daarna een arbeidsdeskundige expertise nodig is. Voor een dergelijk onderzoek is het nodig om over een door de medisch expert ingevulde beperkingenlijst te beschikken. Het kan efficiënt zijn om in die gevallen een beperkingenlijst mee te sturen met het verzoek die in te vullen. Het komt ook voor dat de beide medisch adviseurs in onderling overleg tot een beperkingenprofiel komen, al dan niet op basis van een medisch expertise rapport.
Het medisch expertise rapport
Uit het te ontvangen rapport zal onder andere moeten blijken of er wel of niet sprake is van een eindstadium en of er sprake is van een percentage blijvende invaliditeit. Als er sprake is van blijvende invaliditeit dan lijkt vaak welke klachten en beperkingen resteren.
De kosten van een medisch adviseur
Als de aansprakelijkheid is erkend komen de kosten van een medisch adviseur voor vergoeding in aanmerking. Is de aansprakelijkheid nog onduidelijk dan is de medische assistentie nog voor rekening en risico van het slachtoffer. Vandaar dat het vaak raadzaam is om te wachten met het vragen van assistentie tot na de erkenning van de aansprakelijkheid.
Bij de vraag of sprake is van een medische fout, is het kostenverhaal natuurlijk anders. Eerst moet dan een investering in de medisch adviseur worden gedaan. Is het advies van de medisch adviseur negatief, dan kunnen zijn kosten niet onder de eventuele voorwaardelijke toevoeging worden meegenomen.
Een arbeidsdeskundige inschakelen
Naast medische assistentie kan in bepaalde zaken ook de assistentie van een arbeidsdeskundige wenselijk zijn. Vaak zullen partijen de inschakeling van een onafhankelijke arbeidsdeskundige overeenkomen, die vervolgens rapport uitbrengt. Het kan in bepaalde gevallen echter raadzaam en effectief zijn om ieder een eigen arbeidsdeskundige te laten benoemen, met het verzoek om een gezamenlijk rapport op te stellen. Het voordeel daarvan is dat het slachtoffer een rechtstreeks aanspreekpunt heeft voor zijn vragen die de belangenbehartiger niet goed kan beantwoorden en waar de onafhankelijke arbeidsdeskundige mee in verlegenheid kan worden gebracht vanwege zijn onafhankelijke positie. Ook met betrekking tot de rapportage kan het slachtoffer dan veel beter worden voorgelicht. Zo kan beter worden uitgelegd waarom in het rapport van bepaalde uitgangspunten is uitgegaan en hoe tot bepaalde conclusies is gekomen.
Bij re-integratie lopen de belangen van het slachtoffer en de verzekeraar parallel. Dan kan in de regel worden volstaan met een onafhankelijke deskundige.
Het belang van arbeidsdeskundig advies
Een arbeidsdeskundige houdt zich bezig met alles wat met arbeid te maken heeft. Niet alleen met betrekking tot betalende arbeid, maar ook met bijvoorbeeld huishoudelijke werkzaamheden en de zogenaamde zelfwerkzaamheid. Daarbij wordt gedoeld op werkzaamheden die men voor het ongeval nog zelf verrichtte, maar die na het ongeval door anderen moeten worden gedaan, al dan niet tegen betaling. Ook voor de niet-betaalde vervangende arbeid moet een vergoeding worden gegeven.
Kan een slachtoffer zijn oorspronkelijke werkzaamheden niet meer uitoefenen, dan kan een arbeidsdeskundige adviseren met betrekking tot eventuele omscholing en re-integratie elders in het arbeidsproces. Daarbij kan een arbeid exploratief onderzoek dienstig zijn.
In het kader van de letselschaderegeling zijn de werkzaamheden van een arbeidsdeskundige met betrekking tot de re-integratie van het slachtoffer welhaast de belangrijkste. Daarmee worden zowel de belangen van het slachtoffer als die van de verzekeraar gediend. Het slachtoffer kan weer functioneren in de maatschappij en de verzekeraar heeft de schadelast beperkt.
Ook kan een arbeidsdeskundige van dienst zijn bij het adviseren van bepaalde hulpmiddelen en sociale voorzieningen waardoor het slachtoffer toch nog (gedeeltelijk) in zijn oorspronkelijke beroep werkzaam kan blijven. Daarbij kan een arbeid exploratief onderzoek eveneens dienstig zijn. Verder kan een training wenselijk zijn om de mentale en fysieke belastbaarheid van het slachtoffer te verhogen of te verbeteren.
Al deze facetten behoren tot het werkterrein van een arbeidsdeskundige. Binnen die disciplines bestaan ook weer specialismen.
Er bestaat verschil tussen het arbeidsdeskundig onderzoek in het kader van de sociale wetgeving, de particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering, en die in het kader van de schaderegeling. In het kader van de sociale wetgeving wordt nagegaan in hoeverre een slachtoffer nog in staat is om met gangbare arbeid inkomen te verweren, en zo ja, hoeveel dat dan is. De verhouding tussen het oude en het nieuwe inkomensniveau bepaald dan de mate van arbeidsongeschiktheid. De gangbare arbeid hoeft niet feitelijk voor het slachtoffer verkrijgbaar te zijn. Er wordt met ficties gewerkt. Er wordt letterlijk (af-)geschat. Bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen wordt op grond van de polisvoorwaarden de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld door de uitgevallen uren af te zetten tegen de normale arbeidsuren. Met de economische waarde van die uren wordt geen rekening gehouden. Ook op deze wijze wordt de mate van arbeidsongeschiktheid in feite geschat.
De aldus geschatte mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de sociale wetgeving en particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, hoeft niet per definitie te corresponderen met de mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de schaderegeling, althans met een corresponderende daling van het inkomen. Zo komt het voor dat slachtoffers de geschatte restcapaciteit niet te gelde kunnen maken. Zo’n slachtoffer kan dan het gehele verschil tussen inkomen zonder ongeval en uitkering met ongeval als schade vorderen. Ook kan het zijn dat een slachtoffer onder de particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering te weinig krijgt uitgekeerd om voor de uitgevallen uren een vervanger aan te trekken. Dat slachtoffer komt dan tekort, hetgeen in het kader van de schaderegeling moet worden aangevuld.
Terminologie
Er bestaan verschillende termen voor inkomen c.q. geld. Ter voorkoming van belastingheffing wordt het verlies aan arbeidsvermogen genoemd. In het kader van een algemene arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt gesproken over verlies van arbeidsprestatie. En in verband met de AAW/WAO wordt vaak gesproken van verlies van verdiencapaciteit. Deze begrippen die in het kader van de schaderegeling, het verbintenissenrecht en het sociaal verzekeringsrecht gangbaar zijn, dienen goed uit elkaar te worden gehouden.
De werkwijze van een arbeidsdeskundige
Veelal zal een arbeidsdeskundige te werk gaan aan de hand van een door een medisch adviseur of medisch expert ingevulde beperkingenlijst. Op basis daarvan zal de arbeidsdeskundige de resterende verdiencapaciteit zo goed mogelijk in kaart proberen te brengen. Daarbij zou de arbeidsdeskundige ook kunnen adviseren over de mogelijkheden om iemands verloren gegane arbeidsvermogen zoveel mogelijk te herstellen, bijvoorbeeld door het toepassen van hulpmiddelen, het aanpassen van de werkplek of door het aangeven van omscholingsmogelijkheden. De mate van arbeidsongeschiktheid kan op verschillende wijzen worden uitgedrukt, te weten in:
- een percentage;
- het inkomensverlies in euro’s;
- prestatieverlies
In het kader van de schaderegeling is het raadzaam om de arbeidsdeskundige te vragen het verlies aan arbeidsvermogen uit te drukken in euro’s. Dat scheelt de belangenbehartiger veel tijd en bovendien is het niet de discipline van de belangenbehartiger. Als naar een percentage wordt gevraagd is verwarring mogelijk met de percentages in het kader van de sociale uitkeringen. En als naar het prestatieverlies wordt gevraagd hoeft dat in sommige gevallen niet een reëel resultaat op te leveren. Soms leidt een daling van het aantal gewerkte uren namelijk niet tot een inkomensdaling. Andersom komt het ook voor dat iemand juist harder gaat werken om hetzelfde te blijven verdienen. In dat geval dient de arbeidsdeskundige aan die extra arbeid een prijskaartje te hangen.
Soms is het inkomen na het ongeval niet goed te berekenen, in welk geval het percentage arbeidsongeschiktheid gemakshalve zou kunnen worden geprojecteerd op het inkomen voor het ongeval.
Bij slachtoffers die ondernemer zijn is het verlies aan arbeidsvermogen vaak moeilijk vast te stellen. Dat is bij startende ondernemers nog moeilijker. De arbeidsdeskundige zal dan aan de hand van de bedrijfsresultaten, het ondernemingsplan en de gegevens uit de branche, moeten schatten hoe het inkomen van de ondernemer zich zonder ongeval zou hebben ontwikkeld.
Het kan voorkomen dat na realisering van de geadviseerde aanpassingen in de werkomstandigheden of bedrijfsmiddelen de winst juist stijgt. Dit is onverklaarbaar, maar het lijkt op de realisatie van het gezegde ‘van de nood een deugd maken’.
Bij jeugdige slachtoffers is het schatten van het verlies aan arbeidsvermogen een extra moeilijke zaak. De x (situatie zonder ongeval) valt voor hen namelijk niet goed te formuleren. Een uitgangspunt zou het milieu en het schoolniveau van het jeugdige slachtoffer kunnen zijn. Indien ook dit niet goed in kaart is te brengen, dient de zaak open te worden gehouden. Een eventuele andere mogelijkheid zou zijn om een psychotechnisch onderzoek te laten verrichten.
3 DE AFWIKKELINGSFASE
Als alle rapporten, stukken en overige informatie zijn ontvangen en er sprake is van een medisch eindstadium, kan de zaak worden afgewikkeld. Naast een medisch eindstadium moet er ook sprake zijn van een sociaal stabiele situatie.
Voor zover er in de schadestaat nog pro memorie posten waren opgenomen, dienen die nader te worden ingevuld. De toekomstige schade kan eventueel per schadepost, worden gekapitaliseerd.
De laatste bespreking
Tijdens een laatste bespreking met de verzekeraar dienen alle schadeposten te worden besproken, althans voor zover zij niet eerder zijn vastgesteld. Vaak zal het bedrag aan smartengeld pas nu definitief kunnen worden bepaald. Buitendienstmedewerkers van verzekeringsmaatschappijen zijn veelal uiterst deskundig. Het is uiteraard zaak om goed voorbereid te zijn en om per post zoveel mogelijk argumenten paraat te hebben. Vaak wordt per post lang onderhandeld. Bedenk daarbij dat het de verzekeraar op zich niet is te doen om schadereductie, maar om schadebeheersing.
De belangenbehartiger dient ook op de hoogte te zijn van eventuele alternatieven voor bepaalde posten.
Het is mogelijk dat over sommige posten geen overeenstemming kan worden bereikt. Dan dient te worden besproken wat er nog moet gebeuren. De hele zaak hoeft er niet op af te springen. Soms is nader medisch en/of arbeidsdeskundig advies over bepaalde voorzieningen nodig. Soms is ook een arbeidsdeskundig oordeel gewenst over de realiteit van passende arbeid, omscholingsmogelijkheden, aanpassingen, uren huishoudelijke hulp en dergelijke. De reeds erkende posten kunnen ondertussen worden afgerekend. Partijen zijn dan weer een stap verder. Ook kan het tussentijds declareren (weer) worden besproken.
Het gaat voor het slachtoffer uiteindelijk om de slotuitkering als zodanig. De totale schadevergoeding moet reëel zijn. Als er uiteindelijk totale overeenstemming wordt bereikt, dan wordt dat veelal vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Meestal is dat een finale kwijting, maar voorbehouden zijn mogelijk, hoewel dit niet de voorkeur heeft van verzekeraars. Bij voorbehouden valt te denken aan het percentage arbeidsongeschiktheid, de WAO-problematiek, de belastinggarantie, een eventuele toekomstige daling van sociale uitkeringen, maar ook bijvoorbeeld aan een medische herkeuring na vijf jaar.
De laatste declaratie
Wanneer uitsluitend en alleen het overblijvende deel van de vordering wordt geclaimd, zouden de kosten van bijstand voor 100% voor vergoeding in aanmerking komen. Als toch de volledige schade wordt geclaimd, of als een volledige vergoeding van de kosten van bijstand niet mogelijk is, dan zou een en ander nog met de slotuitkering kunnen worden verrekend. Met het sturen van de laatste declaratie zal de zaak dan definitief zijn afgedaan.
De wijze van betalen
Meestal willen zowel het slachtoffer als de verzekeraar dat de zaak wordt afgewikkeld door betaling van de resterende schade in een keer. Er laten zich ook ander mogelijkheden denken, die eventueel in de laatste bespreking aan de orde kunnen komen.
- Mijn vraag staat er niet bij, hoe kan ik jullie bereiken?
De stichting is telefonisch bereikbaar van maandag t/m vrijdag tussen 09:00 - 17:00
via 020-4109494. Inloopspreekuur is mogelijk op maandag t/m donderdag tussen 09:15 - 15:00.
Eventueel kunt u een afspraak maken wanneer het u het beste uitkomt. Onze kantoor is gevestigd
te Osdorp, Tussenmeer 1B 1ste verdieping 1068 EX Amsterdam. Voor meer informatie kunt u onze site
bekijken www.srletseladvies.nl of kunt u ons een mail sturen via info@letseladvies.nl
Onze service aan u wordt op een " no cure no pay " basis gedaan, dit houdt simpelweg in, dat ook al kunnen wij niks voor u betekenen er geen kosten aan u worden verhaald voor onze diensten.